De rust van een begraafplaats (2)
De rust van een begraafplaats (2)

De rust van een begraafplaats (2)

Een kerkhof is voor mij de ultieme rustplaats voor een dolende ziel, voor een mens die doorgaans gevangen zit in de hectiek van het dagelijkse leven. In mijn zoektocht naar vrede stuit ik op rust. Ik vraag me af of rust misschien het voorportaal van vrede kan zijn.

Daarom zit ik op de begraafplaats. Deze plaats maakt mij niet verdrietig of neerslachtig. De dood is voor mij even natuurlijk en vanzelfsprekend als het leven zelf. Dood betekent voor mij een volgende levensfase. Daarom geloof ik niet dat de dood mij rust kan geven als ik deze in mijn leven nog niet gevonden heb. De dood is immers een voortzetting van het leven.

Terwijl ik staar over de grafstenen word ik afgeleid door hun vormen, hun ouderdom en wat er op gebeiteld staat. Namen, data en ook hoop om elkaar ooit opnieuw te zien. Ik zit rustig op een bankje met een gevoel alsof ik een museum bezoek waar ik oude stenen bekijk. Leven is hier niet meer voor mij, die is vertrokken.

Het enige wat hier is achtergebleven zijn de natuurlijke overblijfselen van gestorven mensen, die na verloop van jaren veranderen in stof. Heb ik daar vrede mee? Kan ik hier vrede vinden?

Om met de eerste vraag te beginnen, ja, ik heb vrede met het gezegde dat we als stof terugkeren. We worden weer de stofdeeltjes die weg dwarrelen in de wind. Toen we nog als mensen rondliepen zagen we onszelf veel groter dan stof. We hadden een ik, een ego. We stelden iemand voor met een naam, een achternaam en een geboortedatum. We leefden met allerlei illusies over onze omgeving en onszelf die de fase van stofdeeltjes ver achter ons lieten. De vraag is natuurlijk: waren we ook echt meer dan stof?

Kan ik vrede vinden op een begraafplaats, heb ik het hier gevonden? Nee, ik vond een museum, waar mensen de laatste eer wordt bewezen door hun geliefden, hun aanbidders, hun familie en vrienden. En als ik hier zelf kom te liggen op mijn ‘laatste rustplaats’ denk ik niet dat ik me daarvan bewust zal zijn. Ook mijn lichaam zal vergaan tot stof en mijn ziel zal zijn vertrokken voordat ik hier naar toe wordt gebracht.

Blijkbaar is vrede veel meer omvattender dan rust. Mijn lichaam zal hier zeker rusten en passief zijn wanneer ik gestorven ben. Ik vermoed echter dat mijn ziel verder reist op zoek naar vrede.